Visie
De medisch-wetenschappelijke opdracht van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) houdt in dat zij, om haar maatschappelijke verantwoordelijkheid te kunnen vervullen, o.a. vernieuwend onderzoek uitvoert, gericht op het voorkomen, het voorspellen en het genezen van ziekten.
Hierbij streeft de VUB een optimale onderzoeksomgeving na door de nodige ondersteuning voor onderzoekers te voorzien en een doorlopende opleiding mogelijk te maken en te vereisen. Bovendien ondertekent iedere VUB-onderzoeker het “charter van de goede onderzoeker” waarin duidelijke richtlijnen inzake correct wetenschappelijk-ethisch gedrag opgenomen zijn, evenals de regelgeving inzake inbreuken op wetenschappelijke integriteit. Dit alles maakt dat onderzoek in een strikt gereglementeerd kader wordt uitgevoerd.
Bij het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek aan de VUB worden niet enkel wettelijke verplichtingen in acht genomen maar ook maatschappelijk-ethische afwegingen gemaakt. Zo dient elke onderzoeker zich vooraf de vraag te stellen “Wat is het meest geschikte model om mijn onderzoeksvraag te beantwoorden?” Voorbeelden van gepaste modellen zijn een computersimulatie, het uitvoeren van testen op cellen en weefsels van proefdieren en/of mensen (in vitro onderzoek) of het uitvoeren van experimenten op proefdieren (in vivo onderzoek). De VUB zet hierbij sterk in op de ontwikkeling van proefdiervrije methodes via de uitbouw van het IC-3R Centrum .
Indien binnen een onderzoeksproject dierproeven noodzakelijk zijn, dienen zij die hierbij betrokken zijn, zich te houden aan de wettelijke en ethische normen vastgelegd in (inter)nationale wet- en regelgevingen. Deze stellen o.a. dat elk project dat proefdieren vereist, een ethische goedkeuring moet krijgen van een wettelijk erkende Ethische Commissie Dierproeven (ECD), vooraleer het van start mag gaan.
Een belangrijke vraag die de Ethische Commissie Dierproeven van de VUB zich tijdens de evaluatie van een onderzoeksproject steeds stelt, is: “Wat is de maatschappelijke en wetenschappelijke meerwaarde van de verwachte resultaten van het onderzoek en weegt deze meerwaarde op tegen het ongemak dat het proefdier mogelijk zal ondervinden?”.
Indien het proefdieronderzoek een belangrijke meerwaarde heeft, zal er steeds gestreefd worden naar het maximaal toepassen van de wettelijke principes van de 3V’s. Deze staan voor “Vervanging”, “Vermindering” en “Verfijning”. Enerzijds betekent dit dat onderzoekers steeds een zo “laag” mogelijke diersoort moeten gebruiken en dat ze het aantal dieren tot een wetenschappelijk verantwoord minimum moeten beperken. Anderzijds moeten de dieren in de best mogelijke condities gehuisvest worden en moet hun welzijn opgevolgd worden door de onderzoekers, de dierenartsen-deskundigen en de leden van de Dierenwelzijnscel. Met de aanbouw van een nieuwe VUB-animalarium worden de komende jaren aanzienlijke investeringen gedaan die een verder geoptimaliseerde huisvesting en dierenverzorging moeten mogelijk maken. De 3V’s worden door de VUB verder aangevuld met de principes van “Verplichting” en “Verantwoording”. Zo heeft iedere onderzoeker de verplichting om scholing en navorming te volgen en dient elke onderzoeker verantwoording af te leggen aan zowel officiële instanties als het brede publiek.
Eén van de manieren waarop de VUB het gebruik van proefdieren vervangt of verminderd, is door het gebruik van RE-Place bij de onderzoekers te promoten. Deze databank biedt een betrouwbaar overzicht van “New Approach Methodologies (NAMs)” aan, dewelke ervoor zorgen dat er minder of zelf helemaal geen proefdieren nodig zijn. Daarnaast kan de tool ook gebruikt worden om de namen van experten en onderzoekscentra waar de technieken kunnen worden aangeleerd te identificeren.
Verder heeft de VUB de transparantie-overeenkomst rond proefdieronderzoek in België ondertekend. Het doel van deze Overeenkomst is ervoor te zorgen dat leden van het Belgische publiek nauwkeurige en actuele informatie ontvangen over:
- wat proefdieronderzoek inhoudt
- hoe dergelijk onderzoek in België wordt gereguleerd
- de rol die het speelt in het algemene proces van wetenschappelijke ontdekking, ontwikkeling van behandelingen en veiligheidstesten
- de inspanningen die onderzoekers en personeel leveren ter ondersteuning van dierenverzorging en –welzijn
- wat wordt gedaan om het gebruik van dieren te verminderen en het lijden van proefdieren tot een minimum te herleiden.
Onderzoek aan VUB start vanuit een probleemstelling waarbij antwoorden worden gezocht op de gestelde vragen met behulp van het daartoe meest geschikte model waarbij steeds geëvalueerd wordt of een proefdiervrij/arm model bestaat of kan ontwikkeld worden. Indien het antwoord hierop nee is, wordt overgegaan tot in vivo onderzoek dat kan bestaan uit onderzoek op proefdieren of in patiënten. In beide gevallen wordt in vivo onderzoek sterk gereguleerd via Ethische Commissies die onder toezicht staan, van overheidsdiensten.